Het boek bestaat uit een verzameling van 9 artikelen, eerder verschenen in het themanummer van Kind en Adolescent in 2015, die vanuit verschillend perspectief 35 jaar wetenschappelijk onderzoek behandelen die relevant is voor de pedagogische, psychiatrische en psychologische praktijk. Wat weten we nu eigenlijk over de effecten van bepaalde behandelingen, waarom worden effectief bewezen behandelingen niet meer ingezet, hoe kunnen foutieve ideeen hierover weerlegt worden en vervangen door nieuwe kennis? Het boek geeft antwoord op hoe het denken van professionals in de kinder- en jeugdpsychiatrie is veranderd, getransformeerd door wat wetenschappelijk onderzoek de afgelopen 35 jaar heeft opgeleverd. En ook wat de implicaties hiervan zijn voor het handelen in de klinische praktijk. De insteek is breed omdat vanuit meerdere perspectieven naar de (bedreigde) ontwikkeling van kinderen gekeken kan worden. Vanuit de invloed van de school, de rol van de ouders, maar ook vanuit neurobiologische factoren.
In dit boek zijn artikelen en columns van het eind 2015 verschenen lustrumnummer van het tijdschrift Kind en Adolescent opgenomen waarin wordt teruggeblikt op 35 jaar ontwikkeling en onderzoek in de pedagogische, psychiatrische en psychologische praktijk rondom kinderen en jeugdigen. Het voortschrijdend inzicht bestaat uit zowel betere onderbouwing van professioneel handelen en evidentie voor nieuwe inzichten als uit bescheidenheid en pas op de plaats. Het is namelijk ook belangrijk om ons te realiseren hoe weinig we soms nog maar weten en waarover.
Want 35 jaar wetenschappelijk onderzoek: wat heeft het ons opgeleverd? Wat doen we nu anders dan 35 jaar geleden? Welke veranderende inzichten hebben ons handelen in de klinische praktijk beïnvloed?
Het tijdschrift Kind en Adolescent heeft al decennialang als Nederlandstalige vakblad met wetenschappelijke publicaties de ambitie om het handelen in de praktijk te onderbouwen dan wel bij te sturen. Want onderzoek is de basis van professioneel vakmanschap: het handelen is op onderzoek gebaseerd en zo opgezet dat het op zijn beurt weer kan worden onderzocht. Opdat we weten of we de goede dingen doen op de goede manier.
Kennis over weten en niet-weten ondersteunt zorgvuldig handelen en geeft sturing aan nieuwe vragen. En het kan geen kwaad om in deze tijden van transitie en transformatie nog maar weer eens het belang van een wetenschappelijk onderbouwde jeugdzorg op het podium te vragen.